Disclaimer: onderstaande column is geschreven door Theo Edelman, directeur bodemkundig adviesbureau Edelman BV, en gepubliceerd op Bodemnieuws.nl; hét platform voor professionals in de bodem en ondergrond.
Hoe zat het alweer met de Omgevingswet? Met het invoeren daarvan beoogt de wetgever minder complexe regels voor ons omgevingsbeleid. Het motto luidt eenvoudiger, sneller en integraler. Eén wet in plaats van zesentwintig en veel minder ministeriële regelingen en algemene maatregelen van bestuur, één digitaal loket voor het raadplegen van regels en het aanvragen van vergunningen. Wie kan daar op tegen zijn?
In december 2021 berichtte de voormalige minister de Eerste Kamer en de Tweede Kamer dat zij 1 juli 2022 nog steeds haalbaar vindt als datum van invoering. Daarvoor verwees zij naar de Roadmap Route 22. Onlangs meldde de huidige minister dat hij de invoeringsdatum gaat uitstellen. Wat was de aanleiding voor deze ommezwaai? Heeft minister Hugo de Jonge een nieuw dashboard? Of moeten we constateren dat Route 22 een doodlopende weg is?
Op 8 november 2021 schreef collega columnist Peter van Mullekom een column over de Omgevingswet. Peter vraagt zich af of we daar klaar voor zijn. Hij reflecteert op een brief van de vorige minister. Daarin schrijft zij dat weliswaar nog niet alles af is, maar dat 1 juli 2022 als datum van invoering haalbaar moet zijn. De programmadirecteur ‘Aan de slag met de Omgevingswet’ Cathelijn Peters beaamt dat op 1 juli nog niet alles klaar is. Zij biedt waar dat nodig is ondersteuning aan. Zij spreekt van een bumpy road, ook na de invoering. Peter denkt dat we nog niet echt klaar zijn voor een spoedige invoering van de wet.
Na publicatie van deze column was de beer los. De gebeurtenissen rond de Omgevingswet tuimelden over elkaar heen. Huidig minister Hugo de Jonge kreeg dertig vragen van de Tweede Kamer over de brief van zijn voorganger. Uit de vragen klinkt twijfel over de haalbaarheid van de gepresenteerde planning. Er moet immers nog veel gebeuren, door verschillende overheidspartijen en de markt.
Op de sociale media wordt volop gediscussieerd over de Omgevingswet. Een nieuw element in de discussie is de vraag of de hele onderneming wel door moet gaan. Emeritus hoogleraar Jan Struiksma deelde een tik uit op het vakweb Omgevingsweb. Jan is sinds 1990 verbonden geweest aan de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Vrije Universiteit te Amsterdam. Hij werd aan deze faculteit bijzonder hoogleraar ruimtelijk bestuursrecht en vervolgens gewoon hoogleraar bestuursrecht. Hij spreekt dus met kennis van zaken. Hij stelt unverfroren – om ook eens een woordje buitenlands te gebruiken – voor om te stoppen met de Omgevingswet. Dat is nogal wat.
Om deze uitspraak te duiden nam ik contact op met omgevingsadviseur Han ter Maat, eerder leidinggevende bij de provincie Gelderland en de gemeente Arnhem en wethouder van de gemeente Wageningen. Ook Han zou graag zien dat van dit uitstel afstel komt. Bij invoering van de wet voorziet hij onoverkomelijke problemen met de uitvoering op tal van terreinen.
Hij zet grote vraagtekens bij de beloofde eenvoud. De omvang van de inhoud neemt immers niet af. Dat wordt zoeken en bladeren, waar je nu nog in afzonderlijke documenten de weg kunt vinden. De mogelijkheid tot maatwerk per gemeente zal tot een veelheid aan verschillend beleid leiden, zo gemeenten er al toe komen. Eén omgevingsplan voor de gehele gemeente klinkt mooi, maar de mogelijkheid tot een plan voor delen van de gemeente zou wel zo praktisch zijn.
Han denkt dat de voorgestelde procedures de snelheid niet gaan bevorderen. Er zijn immers geen sancties meer bij het overschrijden van termijnen. Han is ook bezorgd over de kwaliteit van de uitvoering. Er komt veel nieuw en majeur beleid op het bord van provincies, gemeenten en waterschappen. Een robuustere inrichting met het oog op het klimaat, het herstel van de biodiversiteit, de afbouw van de stikstofdepositie, de bouw van vele nieuwe woningen en de energietransitie. Daar moet volgens hem het accent op komen te liggen bij de uitvoering. Over het functioneren van Omgevingsdiensten, de spil bij de uitvoering van veel zaken, is al het nodige geadviseerd. Han ziet op dit moment eenvoudigweg onvoldoende capaciteit en kwaliteit voor bestaande en nieuwe taken.
Onlangs verscheen het laatste nummer van het tijdschrift Bodem in gedrukte vorm. Het is een themanummer over de Omgevingswet. Over het algemeen wordt daarin positief gesproken over de Omgevingswet en de voorbereidingen. Toch klinken ook hier zorgen door. Over de haalbaarheid van de planning, over de vraag of alles wel eenvoudiger en beter wordt, de vrees voor een lappendeken aan regels. Een kleine greep:
- Voor de mensen die werken in de bodemwereld zal het werk ferm veranderen. Dat wordt met acht suggesties vooral als kans gepresenteerd. Maar ook wordt eerlijk aangegeven dat de lijfspreuk “Eenvoudig Beter” nu hilariteit oproept.
- Een hele puzzel wordt het. Wordt het nu echt allemaal eenvoudig beter met de Omgevingswet? Of is het een kwestie van wennen?
- De grote vraag is hoe we in het ruimtelijk geweld invulling kunnen geven aan het rentmeesterschap van de bodem.
- Omdat veel gemeenten nog volop bezig zijn met hum omgevingsvisie, is de concrete uitwerking van bodem in het omgevingsplan nu nog relatief onontgonnen terrein.
- Al met al is de Omgevingswet voor gemeenten een hele operatie, waarvan niemand nog kan overzien hoe het straks precies gaat werken.
- Dit kan leiden tot een lappendeken aan regels in het land.
Ik ben er lang vanuit gegaan dat de regelgeving uit de Wet bodembescherming vrijwel onveranderd overgenomen zou worden in de Omgevingswet. Dat blijkt toch niet zo te zijn. De aanpak van bodemverontreiniging wordt voortaan op de mens gericht. Dat heeft als onvermijdelijk gevolg dat de normen soepeler zullen worden. Het bodemleven heeft immers meer last van bodemverontreiniging dan de mens. Dit kan tot aantasting leiden van de algemene bodemkwaliteit en daarmee van een gezond bodemleven. Dat geldt natuurlijk ook op afstand van de mens. Een goed functionerend bodemleven is weer essentieel bij het in stand houden van de biodiversiteit, het telen van gewassen en het vastleggen van kooldioxide uit de atmosfeer. Ik vind het ondenkbaar dat elke gemeente daarvoor weer een ander beleid gaat uitstippelen.
Minister Hugo de Jonge moet nog een besluit nemen over de lengte van het uitstel. Zou het een idee zijn om met een uitstel van vierenveertig jaar te komen? Dan ruilen we Route 22 in voor iets anders, indachtig het motto: Get Your Kicks on Route 66.
Deze suggestie is natuurlijk maar scherts. Ik ben benieuwd wat de gedachte in de bodemwereld is. Ben je blij met het uitstel? Hoelang moet het uitstel duren? Wanneer zijn we klaar met de voorbereidingen? Of ben je klaar met de Omgevingswet en heb je liever afstel?
Bron: Bodemnieuws.nl