Onze marktexpert Roelof vertelt:
Eindelijk is het zover: het voorstel voor de eerste Europese wetgeving ter bescherming van de bodem is klaar. Met dit voorstel wil de EU ervoor zorgen dat de Europese bodems niet verder achteruitgaan door verontreiniging en erosie. Dit is het eerste voorstel voor wetgeving die ingaat op de Europese bodemstrategie. Hoewel ik het volledig eens ben met de noodzaak om onze bodem te beschermen, vind ik het voorstel niet erg ambitieus en stelt het eigenlijk niet veel voor. Het voorstel begint met een context die uitlegt waarom deze wetgeving belangrijk is. Binnen deze context wordt de oorlog in Oekraïne aangehaald als voorbeeld om het belang van het behouden van gezonde bodems te benadrukken. Deze oorlog is echter tussen twee landen die beiden buiten de Europese Unie vallen en heeft weinig te maken met bodemkwesties. Hiermee wordt een kans gemist om het intrinsieke belang van de bodem te onderstrepen, en is het meer een geforceerde opmerking om kritiek te uiten op het agressieve buurland van de EU. Het tweede opvallende hiaat in de context van het voorstel is het ontbreken van aandacht voor de oorzaken van bodemdegradatie binnen de EU. Naar mijn mening is preventie beter dan genezing, maar het voorstel richt zich voornamelijk op het opruimen van de gevolgen, wat teleurstellend is. Onze bodem wordt al tientallen jaren steeds meer vervuild door met name de industrie en de agrarische sector, maar er lijken nog steeds geen serieuze inspanningen te zijn om dit probleem effectief aan te pakken. Sterker nog, het woord “industrie” wordt niet eens genoemd in de context van bodemverontreiniging in het voorstel. Er wordt niet ingegaan op de oorzaken van verontreiniging en erosie, en er wordt alleen naar gekeken wanneer er geen duidelijke dader kan worden aangewezen, zoals bijvoorbeeld bij klimaatverandering.
Laten we nu eens bekijken wat er eigenlijk in het voorstel staat. Elk lidstaat wordt verwacht zijn bodem in te delen in bepaalde districten op basis van verschillende eigenschappen, zoals het bodemtype (hiervoor wordt de World Reference Base for Soil Resources gebruikt), klimaatcondities en landgebruikstype. Vervolgens is het de bedoeling dat er een monitoringsnetwerk wordt opgezet om de gezondheid van deze bodemdistricten in de gaten te houden. Dit gebeurt aan de hand van specifieke parameters die gemeten moeten worden, zoals verzilting, erosie, organische koolstof, bodemcompactie, eutrofiëring, vervuiling, waterhoudende capaciteit, bodem-biodiversiteit en bodemgebruik. Voor elk van deze aspecten zijn op verschillende niveaus criteria vastgelegd. Sommige criteria zijn op Europees niveau, zoals bijvoorbeeld de verzilting, waarbij binnen de Europese Unie een bodem niet meer dan 4 dS/m-1 mag verzilten. Andere criteria worden bepaald op het niveau van de individuele lidstaten. Zo mag een lidstaat bijvoorbeeld zelf waardes opgeven voor acceptabele criteria van zware metalen in de bodem, zolang er geen onacceptabel risico ontstaat voor mens en omgeving. Daarnaast zijn er ook eigenschappen die geen criteria hebben maar wel in de monitoring moeten worden opgenomen, zoals de pH van de bodem of de vrij beschikbare stikstof in de bodem. Hierdoor biedt de wetgeving flexibiliteit en zal deze niet volledig in strijd zijn met bestaande wetgeving in de lidstaten, maar zal wel een gestandaardiseerde methodiek worden geïntroduceerd om bodemdegradatie te monitoren, wat zeer positief is.
Verder gaat een hoofdstuk van het voorstel over duurzaam bodemgebruik. Elke Europese lidstaat wordt geacht zijn eigen regels voor duurzaam bodemgebruik op te stellen en na te volgen, binnen de bestaande plannen van de EU. Het doel van deze regels is om de effectiviteit ervan te toetsen en duurzaam bodemgebruik voor landeigenaren toegankelijk te maken via advies en trainingen. Een ander aspect van duurzaam bodemgebruik is het voorkomen van het verlies van ecosysteemdiensten. Er is dus voldoende aandacht voor het aanleren van bodembeheer en het monitoren van het functioneren van de bodem.
Belangrijk is ook dat er in het voorstel een strategie wordt gepresenteerd voor verontreinigde locaties en hoe hiermee om te gaan. Dit omvat niet alleen het identificeren en onderzoeken van verontreinigde locaties, maar ook het managen ervan. Bovendien wordt geëist dat deze gegevens worden geregistreerd en publiekelijk toegankelijk worden gemaakt. In Nederland zijn we hier gelukkig al goed mee op weg, onder andere met de basisregistratie ondergrond milieukwaliteit. Het is echter goed om te zien dat deze eis ook binnen de Europese Unie wordt opgenomen en dat andere lidstaten ook hun bodemkwaliteit openbaar maken voor iedereen.
Ik ben van mening dat deze wetgeving een goede basis kan vormen voor een Europees bodembeleid. Wel zou ik graag meer specifieke criteria willen zien met betrekking tot mens en gezondheid, waar alle lidstaten aan moeten voldoen. Momenteel lijkt dit grotendeels aan de lidstaten zelf overgelaten te worden, wellicht uit angst dat het voorstel anders door bepaalde lidstaten wordt afgewezen. Daarnaast mis ik mechanismen om grote vervuilers die op sommige locaties ernstige bodemdegradatie hebben veroorzaakt, te laten opdraaien voor het herstel. Over het algemeen is het voorstel niet bijzonder ambitieus, maar het is een begin. Momenteel is het voorstel klaar en kan er geen input meer geleverd worden. Het voorstel is te vinden op de website van de Europese Commissie.
Roelof Zwaan
Marktexpert
Onze marktexpert Roelof vertelt:
Eindelijk is het zover: het voorstel voor de eerste Europese wetgeving ter bescherming van de bodem is klaar. Met dit voorstel wil de EU ervoor zorgen dat de Europese bodems niet verder achteruitgaan door verontreiniging en erosie. Dit is het eerste voorstel voor wetgeving die ingaat op de Europese bodemstrategie. Hoewel ik het volledig eens ben met de noodzaak om onze bodem te beschermen, vind ik het voorstel niet erg ambitieus en stelt het eigenlijk niet veel voor. Het voorstel begint met een context die uitlegt waarom deze wetgeving belangrijk is. Binnen deze context wordt de oorlog in Oekraïne aangehaald als voorbeeld om het belang van het behouden van gezonde bodems te benadrukken. Deze oorlog is echter tussen twee landen die beiden buiten de Europese Unie vallen en heeft weinig te maken met bodemkwesties. Hiermee wordt een kans gemist om het intrinsieke belang van de bodem te onderstrepen, en is het meer een geforceerde opmerking om kritiek te uiten op het agressieve buurland van de EU. Het tweede opvallende hiaat in de context van het voorstel is het ontbreken van aandacht voor de oorzaken van bodemdegradatie binnen de EU. Naar mijn mening is preventie beter dan genezing, maar het voorstel richt zich voornamelijk op het opruimen van de gevolgen, wat teleurstellend is. Onze bodem wordt al tientallen jaren steeds meer vervuild door met name de industrie en de agrarische sector, maar er lijken nog steeds geen serieuze inspanningen te zijn om dit probleem effectief aan te pakken. Sterker nog, het woord “industrie” wordt niet eens genoemd in de context van bodemverontreiniging in het voorstel. Er wordt niet ingegaan op de oorzaken van verontreiniging en erosie, en er wordt alleen naar gekeken wanneer er geen duidelijke dader kan worden aangewezen, zoals bijvoorbeeld bij klimaatverandering.
Laten we nu eens bekijken wat er eigenlijk in het voorstel staat. Elk lidstaat wordt verwacht zijn bodem in te delen in bepaalde districten op basis van verschillende eigenschappen, zoals het bodemtype (hiervoor wordt de World Reference Base for Soil Resources gebruikt), klimaatcondities en landgebruikstype. Vervolgens is het de bedoeling dat er een monitoringsnetwerk wordt opgezet om de gezondheid van deze bodemdistricten in de gaten te houden. Dit gebeurt aan de hand van specifieke parameters die gemeten moeten worden, zoals verzilting, erosie, organische koolstof, bodemcompactie, eutrofiëring, vervuiling, waterhoudende capaciteit, bodem-biodiversiteit en bodemgebruik. Voor elk van deze aspecten zijn op verschillende niveaus criteria vastgelegd. Sommige criteria zijn op Europees niveau, zoals bijvoorbeeld de verzilting, waarbij binnen de Europese Unie een bodem niet meer dan 4 dS/m-1 mag verzilten. Andere criteria worden bepaald op het niveau van de individuele lidstaten. Zo mag een lidstaat bijvoorbeeld zelf waardes opgeven voor acceptabele criteria van zware metalen in de bodem, zolang er geen onacceptabel risico ontstaat voor mens en omgeving. Daarnaast zijn er ook eigenschappen die geen criteria hebben maar wel in de monitoring moeten worden opgenomen, zoals de pH van de bodem of de vrij beschikbare stikstof in de bodem. Hierdoor biedt de wetgeving flexibiliteit en zal deze niet volledig in strijd zijn met bestaande wetgeving in de lidstaten, maar zal wel een gestandaardiseerde methodiek worden geïntroduceerd om bodemdegradatie te monitoren, wat zeer positief is.
Verder gaat een hoofdstuk van het voorstel over duurzaam bodemgebruik. Elke Europese lidstaat wordt geacht zijn eigen regels voor duurzaam bodemgebruik op te stellen en na te volgen, binnen de bestaande plannen van de EU. Het doel van deze regels is om de effectiviteit ervan te toetsen en duurzaam bodemgebruik voor landeigenaren toegankelijk te maken via advies en trainingen. Een ander aspect van duurzaam bodemgebruik is het voorkomen van het verlies van ecosysteemdiensten. Er is dus voldoende aandacht voor het aanleren van bodembeheer en het monitoren van het functioneren van de bodem.
Belangrijk is ook dat er in het voorstel een strategie wordt gepresenteerd voor verontreinigde locaties en hoe hiermee om te gaan. Dit omvat niet alleen het identificeren en onderzoeken van verontreinigde locaties, maar ook het managen ervan. Bovendien wordt geëist dat deze gegevens worden geregistreerd en publiekelijk toegankelijk worden gemaakt. In Nederland zijn we hier gelukkig al goed mee op weg, onder andere met de basisregistratie ondergrond milieukwaliteit. Het is echter goed om te zien dat deze eis ook binnen de Europese Unie wordt opgenomen en dat andere lidstaten ook hun bodemkwaliteit openbaar maken voor iedereen.
Ik ben van mening dat deze wetgeving een goede basis kan vormen voor een Europees bodembeleid. Wel zou ik graag meer specifieke criteria willen zien met betrekking tot mens en gezondheid, waar alle lidstaten aan moeten voldoen. Momenteel lijkt dit grotendeels aan de lidstaten zelf overgelaten te worden, wellicht uit angst dat het voorstel anders door bepaalde lidstaten wordt afgewezen. Daarnaast mis ik mechanismen om grote vervuilers die op sommige locaties ernstige bodemdegradatie hebben veroorzaakt, te laten opdraaien voor het herstel. Over het algemeen is het voorstel niet bijzonder ambitieus, maar het is een begin. Momenteel is het voorstel klaar en kan er geen input meer geleverd worden. Het voorstel is te vinden op de website van de Europese Commissie.